10/01/05-15/01/05
Het hoge berggebied ten noorden en noordwesten van Hanoi is een schitterend natuurgebied. Er wonen in de wat minder bekende en bezochte plaatsen nog vele bergvolkeren, die nog op vrij authentieke wijze leven. Het meest bekend is Sapa, een vroeger Frans bergdorp, tegen de Zuid-Chinese grens gelegen.
Maandag 10 januari 05dag 62
Omstreeks 22.00 uur vertrek ik met de trein van Hanoi naar Lao Cai, een dorp in de bergen aan de grens van China.
Vroeger droomde ik ervan om een keer met de Oriënt Express te reizen maar die droom heb ik voorgoed opgeborgen. Nu heb ik in Sapa een kamer geboekt in het ‘Victoria Sapa hotel,’ een luxe hotel. Ik wil goed uitgerust zijn voor mijn trektocht langs de rijstvelden. Het hotel heeft ook enkele luxewagons aan de trein. Naar verluid zou de Victoria Express van dezelfde maatschappij zijn als de Oriënt Express, het verschil in prijs met een gewoon ticket is niet zo groot en veroorloof mij deze folie. De couchette en de wagon is erg smaakvol ingericht met veel hout en traditionele stoffen en kleuren van de etnische volkeren.
Ik deel een couchette met een Indisch koppel en een de Ier Colin. Met Colin klikt het meteen en samen dineren we in het restaurant waar we al rijdend een 5gangen diner verorberen met aangepaste wijnen. Achteraf vliegen we nog stevig in de Malt Whisky tot het restaurant sluit. Daarna waggelen we naar ons compartiment en leggen ons te slapen. Na een kwartier hoor ik Colin al kostsent het couchette verlaten, zelf voel ik me ook niet echt goed maar kan nog net alles inhouden maar veel slapen is er niet bij.
Dinsdag 11 januari 05
Dag 63
Nog steeds op de trein
Om 7uur worden we gewekt en even later wordt een goed ontbijt geserveerd. Ik voel me nog steeds misselijk en heb het begin van een verkoudheid. Samen proberen we onze kater te verwerken maar het is erg, heel erg.
Na nog een lange indrukwekkende busrit door de bergen arriveer ik het 1650meter hoge gelegen Sapa. Het regent pijpenstelen en er hangt een dikke mist, of zijn het wolken? Het Victoria hotel is heel erg mooi ingericht met ook al traditionele kleuren en stoffen van de bergvolkeren maar het heeft ook wel weg van een Zwitsers chalet met mega openhaard incluis. De kamer heeft alle denkbare comfort. In de kamer neem ik mijn koorts en had 38,5° wat te verwachten was. Meteen annuleer ik de 3daagse bergtrip. Als ik me overmorgen beter voel kan ik alsnog een 2daagse tocht ondernemen. Ik prijs me gelukkig dat ik net nu in een comfortabel hotel ben en niet in één of ander goor guesthouse. Ik kruip meteen in mijn bed en slaap maar liefst 19 uur aan één stuk door.
Woensdag 12 januari 05
dag 64
Ik voel me doodziek, 39° koorts en snikverkouden. Ik hoop morgen op beterschap want ik kijk zo naar de bergtocht uit.
Tijdens het lunchuur sleep ik me naar het restaurant dat zogoed als leeg is uitgezonderd één tafel net naast mij. Heel de tijd had ik het gevoel die man naast me te kennen. Even later kom ik te weten dat het niemand minder dan Sir Richard Attenborough is! De wereldberoemde regisseur van Ghandi & A Bridge too far zit naast mij heftig te discussiëren met zijn tafelgenoot. Als ik achteraf verneem dat Attenborough 3 familieleden is verloren in Phuket tijdens te tsunami ben ik compleet in shock.
In de late namiddag is mijn koorts gezakt tot 38° en hoop nu vurig dat ik morgen genezen ben. Als avondmaal verorber ik een stevige Vietnamese bouillon (pho) en kruip daarna terug in mijn bed.
Donderdag 13 januari 05
dag 65
Omstreeks 6uur word ik gewekt door een vriendelijke receptioniste. Alhoewel ik nog snikverkouden ben voel ik me al een stuk beter dan gisteren. De thermometer geeft 36.4° aan dus niets houd me nu nog tegen mijn 2daagse trektocht te ondernemen .
Om 8uur staat Hang, een vrouwelijke privé gids(Zij behoort tot de Black Hmong, de grootste groep in deze regio) mij op te wachten aan de lobby.
Ik ben ingepakt als een eskimo: 2 T-shirts, pull, 2vesten en daarover een regenpak van de Declathon. Het is 8 graden met een mist die gans de dag zal blijven hangen.
Per jeep rijden we tot een hoger gelegen bergdorp waar mijn trektocht kan beginnen. 10tallen kinderen komen op mij afgevlogen met het doel me een zelfgemaakte wandelstok aan te smeren. Hang raad het me ten stelligste aan en al snel zal blijken waarom.
We klimmen en wandelen door een spectaculair landschap omgeven door immense rijstvelden. Daar het momenteel winter is zien de rijstvelden niet mooi groen maar zijn het grote bruine modderbaden. Al gauw blijkt duidelijk dat ik deze trektocht flink heb onderschat: klimmen over steile bergen waar de paden zijn vervangen door glijdende slijkpaden waar ik soms tot aan mijn knieën blijf steken. Elke stap die ik zet moet ik goed overwegen, soms is het zo moeilijk dat ik voor 100 meter een kwartier nodig heb.
Ik kook van binnen, het woord FUCK komt er om de haverklap uit en denk waar ben ik in Godsnaam aan begonnen, ik ben een cityboy annex strandjanet! dit is niks voor mij. Elke stap die ik moet doen lijkt moeilijker en gevaarlijker te worden. Ondanks de koude parelt het zweet over mijn voorhoofd, mijn gids vraagt geregeld of alles o.k is, ik mompel zoiets van ‘ca va’ maar kan mijn irritatie amper verbergen. Ook mijn verkoudheid speelt me parten en in mijn Decatlon pak heb ik het gevoel dat mijn lichaamstemperatuur stijgt tot 40°. Tot 2keer toe schuif ik van een helling en val op mijn bakkes in het slijk. Ik zit van kop tot staart onder de modder.
Ze ziet me nu echt sukkelen en zegt tegen mij: ‘Believe in your self and trust your self’
Hang, een h'Mong vrouw uit de bergen spreekt deze verlossende woorden uit en daardoor gebeurd er iets vreemds in mij: plots lijken die slijkpaden niet meer zo glibberig en klim ik vol vertrouwen de berg op of het iets heel eenvoudig is! Ik begin er plezier in te krijgen, en zij trouwens ook, terwijl we klimmen zingen we afwisselend, zij Vietnamese liederen, en ik... ‘The hills are alive…’
En ‘I have confidence…’.
Rond 13.00 komen we aan in een piepklein dorpje van circa 150 inwoners dat bevolkt is door Dao's en dat enkel bereikbaar is door te paden die we zonet hebben beklommen.
Voor de lunch wordt ik uitgenodigd thuis bij een echte Dao familie.
Ik word hartelijk ontvangen door de bewoners en er wordt zelfs een stoel voor mij gezocht. Op de grond is vuur gemaakt dat moet dienen als fornuis en verwarming, gans de familie incluis de honden en de katten zitten rond dit geïmproviseerd vuurtje. Eerst worden er rijstpannenkoeken gemaakt, dan rijst en groenten en om af te sluiten een super lekkere noedelssoep.
Een uur later trekken we verder naar een hoger gelegen dorp waar ik de nacht zal door brengen, de tocht blijft moeilijk en riskant en alhoewel ik nog enkele malen op mijn bek val blijft de spirit optimaal.
Tegen de avond komen we aan in Ta Giang Phinh, een klein Dzao dorpje. Er word voor een lekkere maaltijd gezorgd en de sfeer is huiselijk en warm.
Tegen 8 uur kan ik mijn ogen niet meer openhouden, van wassen is geen sprake tenzij ik me buiten in de vrieskou met een plastiek tuiltje wil amuseren. Ik trek mijn modderkleding uit,leg ze open zodat ze toch een beetje kunnen drogen. Mijn bed is niet meer dan bamboe latten met een rietmatje over, geen kopkussen maar wel een klein dekentje, toch slaap ik zalig.
dag 66
Ik word gewekt om 07.00 uur en dus 11 uur intens slaap genot.
Een heerlijke noedelssoep zal ervoor zorgen dat ik komende uren weer in goede conditie ben en met de juiste morele spirit er tegenaan kan gaan. Ik poets mijn tanden, klets water in mijn gezicht en trek mijn modderkledij opnieuw aan, mijn adidas sneakers zijn wonderwel schoongemaakt door de vrouw des huize!
Ik neem afscheid van een heel vriendelijke familie.
Mijn vrouwelijke Gids Hang wordt vervangen door Thang de macho, toch wel even aanpassen, ’The hills are alive’...laat ik maar achterwegen. Het is nog kouder, meer mist en met veel meer regen in vergelijking met gisteren. De modderpaden langs de rijstvelden zijn niet breder dan 30 cm.
De uitzichten zijn dazzling, beautiful en smashing. Ik val van de ene verbazing in de andere. Tijdens onze tocht komen we in vele kleine etnische dorpjes waar ik geniet van het dagelijkse leven, de vriendelijke bevolking en die altijd even lieve enthousiaste kinderen. Ook hier lunchen we in een van de dorpjes maar ditmaal met Frans brood en Camembert. Rond 17.00 uur ben ik terug in mijn hotel waar ik lang geniet van een zalig heet bad.
Zaterdag 15 januari 05
dag 67
Om 10.20 uur vertrekt mijn trein van Lao cai terug naar Hanoi, ditmaal een rit van 11.5 uur. In mijn luxe compartiment verdoe ik mijn tijd met lezen en een film bekijken op mijn dvd speler.
Omstreeks 22uur30 arriveer ik opnieuw het Army hotel ditmaal voor 2nachten.
zondag 16 januari 05
dag 68
Zondag in Hanoi is een rustdag, een beetje wandelen, internetten en lezen.
Maandag neem ik de bus voor enkele dagen naar de baai van Ha Long, terug naar de zee, eerlijk, ik weet niet hoe ik hierop ga reageren maar anderzijds moet ik ook deze angst leren overwinnen.